Hoe krijgt het dagelijks leven vorm?
Een langlopende discussie in de sociologie betreft de vraag of het dagelijks handelen bepaald wordt door sociale structuren (bv. Door tijdsnormen) of door individuen (bv. Doordat zij hun behoeften nastreven). De waarheid ligt waarschijnlijk ergens in het midden. Onze samenleving is enerzijds gestructureerd middels een tijdsritme dat vormt krijgt door openingstijden, werktijden, schooltijden, maaltijden, bedtijden, enzovoorts. Dit is de temporele context van het dagelijks leven. Anderzijds hebben individuen verschillende sociale rollen (bv. Werknemer, ouder, teamgenoot) die verschillende verantwoordelijkheden met zich meebrengen. Dit zijn de individuele noden. Het dagelijks leven krijgt vorm doordat eenieder probeert noden op elkaar af te stemmen, rekening houdend met de noden van anderen en rekening houdend met de temporele context van een samenleving. Bijvoorbeeld: kinderen kunnen pas naar school gebracht worden als de school open is, je kunt alleen een teamsport beoefenen als jijzelf en je teamgenoten tegelijkertijd beschikbaar zijn.
Dagelijkse routine
In een publicatie in een toonaangevend tijdschrift tonen we aan dat naar mate iemand meer verantwoordelijkheden heeft en meer noden moet afstemmen binnen meer verschillende tijdsstructuren van een samenleving, hij of zij in grote mate terugvalt op dagelijkse routines. We laten duidelijk zien dat iemand die werkt, een huishouden runt en voor kinderen zorgt een de hoogste mate van dagelijkse routine heeft. Immers, hij of zij moet rekening houden met schooltijden, werktijden, wachttijden (bv. Door files), openingstijden (bv. Om boodschappen te doen), maaltijden (bv. Op tijd de kinderen eten geven), en bedtijden (bv. Op tijd de kinderen in bed leggen).
“Een samenleving kent veel tijdsritmen waarmee rekening gehouden moet worden in het dagelijks leven: werktijden, schooltijden, openingstijden, wachttijden, maaltijden, bedtijden, …”
Wat betekent dit voor het meten van dagelijks gedrag?
Dagelijkse routine speelt dus een belangrijke factor in de vormgeving van ons dagelijks leven, maar dat geldt niet voor iedereen. Student en alleenstaande werkenden hebben een veel lagere mate van dagelijkse routine. Zij hebben minder dagelijkse verantwoordelijkheden en hoeven met veel minder tijdsstructuren rekening te houden. Sterker nog, ons onderzoek toont dat een samenleving gradaties kent in de mate waarin de dagen op elkaar lijken. Met andere woorden, het dagelijks gedrag van mensen kan erg routinematig zijn of juist erg gevarieerd. Een belangrijke boodschap is dan ook dat onderzoek naar dagelijkse gedrag hier rekening mee moet houden. Dat is ook de reden dat wij adviseren om gedrag te vatten met tijdregistraties van 7-dagen.