Een betere toekomstige organisatie van de studieprogramma’s
Een studieprogramma is een combinatie van de inhoud van vakken met het aantal toegekende studiepunten per vak. Een opleidingsjaar bestaat ui gemiddeld 60 studiepunten, of omgerekend 1.800 studie-uren. Ofwel de arbeidsuren van een voltijdse werknemer.
Hoe hoger het aantal studiepunten van een vak, hoe meer tijd een student er zou moeten in investeren. Er is echter een groot verschil tussen de begrote studietijd en de feitelijke studietijd. De vraag is dus of de huidige inschatting per studierichting ook een realistische inschatting is. Een accurate tijdsinschatting kan bijdragen tot een betere organisatie van de studieprogramma’s.
Maar voor een student is een correcte inschatting moeilijk. Er zijn immers lessen, blokweken en examenweken. Er is ook nog verplichte aanwezigheid, groepswerk en zelfstudie.
Een veranderende omgeving door het flexibiliseringsdecreet
Een éénduidig traject voor een grote groep van studenten is niet meer aan de orde omwille van een aantal factoren:
- studenten kunnen hun eigen studeertraject vormgeven en dus vakken volgen binnen verschillende faculteiten en disciplines;
- nieuwe doelgroepen kunnen instromen via deeltijdse trajecten, schakelprograms’s, voorbereidingstrajecten voor studenten met een zwakke vooropleiding voor een bepaald vak;
- studenten met een bijzondere achtergrond (internationaal, werkstudenten, …) kunnen zelfgekozen vakken volgen.
Een retrospectieve kalenderregistratie
Een flexibele omgeving vergt een flexibel onderzoeksopzet dat inzichten schept in de vragen wie hoeveel, op welke momenten, voor welke vakken studeert of lessen volgt.
Om hier een antwoord op te vinden kregen studenten:
- een vragenlijst die het studietraject van de student in beeld brengt en informeert over de studeerbaarheid en studiebelemmerende factoren;
- de vraag om hun studietijd van de voorbije week (7 dagen) via een studiekalender te registreren en dit per vak van hun studietraject;
- bijkomende contextvragen, afhankelijk van het vak en de activiteit (les, studie, examen, …);
- een afsluitende vragenlijst die meer inzichten geeft in de registratieweek, betreffende studiedruk en planning voor de toekomst.
Een flexibel studieprogramma vergt een flexibel onderzoeksopzet voor inzicht in wie hoeveel, op welke momenten, voor welke vakken studeert of lessen volgt.
Het onderzoek vroeg de studenten via het MOTUS-softwareplatform zowel in het eerste als in het tweede semester deel te nemen aan het onderzoek. Dit gebeurde zowel tijdens een lesweek als tijdens een blok- en examenweek. De inleidende vragenlijst werd niet meer voorgelegd na de eerste bevraging.
Een meerwaarde voor universiteit, student én docent
De resultaten situeren zich op verschillende niveaus:
- de universiteit en het departement Onderwijsbeleid slagen erin om de studielast en dus studiepunten per vak beter in te schatten en mogelijke problemen op te sporen;
- de studenten krijgen een individueel overzicht van hun studietijd die als zinvolle basis kan dienen bij studietrajectbegeleiding;
- de docenten krijgen waardevolle informatie over hoe hun studenten hun vak evalueren en hoe/wanneer studenten voor hun vak tijd investeren.
Deze studietijdmeting wordt jaarlijks vernieuwd om evoluties op te sporen en het beleid aan te passen.