Oplossing Tag: Innovatie

Ontwikkeling van een geolocation plugin

Context

Eurostat is een project gestart om de gegevensverzameling te moderniseren door het ontwikkelen van innovatieve en uitwisselbare oplossingen tussen landen en om bij te dragen aan het Europese platform (ESS) voor “trusted smart surveys”.

Time Use Surveys zijn een uitstekend voorbeeld om aan te tonen hoe sensorgegevens de datakwaliteit en de efficiëntie van de gegevensverzameling kunnen verbeteren.

Dit traject begint met het opnemen van sensor-afgeleide geolocatie als voorbeeld.


Stand van zaken

Time Use Surveys hebben een lange traditie en worden door internationale organisaties (EUROSTAT, UNSD, UNECE, IATUR, …) erkend als een valide en betrouwbare bron om de tijd die mensen en huishouden spenderen te bestuderen.

TUS meet de hoeveelheid tijd die mensen besteden aan verschillende activiteiten, zoals betaald werk, zorg voor het huishouden en het gezin, persoonlijke verzorging, vrijwilligerswerk, sociaal leven, reizen en vrijetijdsbesteding.

Tegenwoordig worden de resultaten van het tijdsgebruik gebruikt om de SDG’s (Sustainable Development Goals – Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen) te ondersteunen.


Opdracht voor TUS

Traditioneel worden de leden van het huishouden gevraagd om hun activiteiten op te schrijven in een papieren dagboek. Dit proces van gegevensverzameling wordt gezien als omslachtig voor zowel de respondent als de NSI’s, en wordt steeds belangrijker in omvang:

  • Lagere responspercentages
  • Grotere tijdsinvestering van de respondent
  • Hogere kosten voor het verzamelen en verwerken van gegevens voor de NSI’s

Tegelijkertijd verandert door globalisering onze wereld en vindt er een nieuwe digitale transformatie plaats waardoor de opdracht voor TUS uitbreidt naar:

  • Naar nieuwe manieren om activiteiten, contexten en tijdgebruikspatronen vast te leggen
  • Naar nieuwe methoden ter verbetering van de kwaliteit van de gegevensverzameling, en dit zowel goedkoper als sneller

Trusted Smart TUS

Om de nationale en regionale beleidsvorming te ondersteunen zijn nieuwe dataverzamelingsmethoden nodig die intelligenter en meer interactief zijn in de manier waarop de samenleving wordt gemeten.

De wisselwerking tussen actieve en passieve registratie, waarbij de respondent centraal staat, is van groot belang voor Smart TUS:

  • Smart surveys: enquêtes die gebruik maken van Smart devices zoals een Smartphone, wearables, smartwatches, … en extra informatie vatten over het gedrag van mensen.
  • Actieve registratie: rechtstreekse invoer van de respondent naar een front-office-applicatie (web/mobiel) portaal
  • Passieve registratie: opname van externe informatiebronnen (sensor, administratieve databanken, …) waarbij de respondent niets hoeft te doen (maar wel toestemming moet geven)
  • Interactie: externe input die de taak van de respondent om kwalitatieve antwoorden te registreren ondersteunt, maar omgekeerd ook de respondent de mogelijkheid geeft om de input van externe bronnen aan te passen en aan te vullen.

Doel van het geolocatieproject

Een basismethode van TUS is het vastleggen van activiteiten binnen een temporele, ruimtelijke en sociale context. Het idee er achter is de verbeterde kwaliteit van de registratie wanneer respondenten zich de context herinneren waarbinnen een activiteit plaats heeft gevonden.

De strategie is gebaseerd op een moderne versie van het Hägerstrand’s tijdruimte-diagram (ook wel framework genoemd) waarbij de leden van het huishouden een dag lang in interactie zijn met zowel hun ruimtelijke als hun sociale omgeving.

Het doel van het geolocatieproject is om de plaatsen te visualiseren waar de respondent of de leden van het huishouden doorheen de dag zijn geweest en welke vervoermiddelen zij hebben gebruikt, en dit op een automatische manier.


Creatie van een plugin

Binnen dit project wordt een Cordova Background Geolocation plugin ontwikkeld voor iOS en Android, die de volgende passieve data vastlegt:

  • Lengte- en breedtegraad
  • Begintijd
  • Activiteit: stilstaan, wandelen, lopen, fietsen, in voertuig
  • Extra informatie over de locatie via een koppeling met externe databronnen (bijvoorbeeld. Foursquare)

Plug-and-play principe

De plugin-server kan worden opgeroepen door kandidaat-platforms, wat resulteert in een meer efficiënte en productieve samenwerking tussen NSIs.


Integratie in MOTUS

Een visualisatie van het tijdruimte-diagram wordt via een web- en mobiele applicatie aan de respondent verstrekt. Nadien kan de passieve gegevensinvoer op een actieve manier worden geaccepteerd, gewijzigd en/of aangevuld.

De interactie tussen de passieve en actieve input leidt tot Trusted Insightful Smart TUS.

SOURCE TM

Achtergrond

In 2017 is EUROSTAT gestart met een moderniseringstraject voor de bevraging van Sociale Statistieken (ESS – European Social Statistics). Hiermee bouwt het verder op het Wiesbaden Memorandum uit 2011 dat onder meer streeft naar betere informatie over de tijds- en consumptiepatronen van huishoudens. Concreet gaat het over de studies TUS (Time Use Survey) en HBS (Household Budget Survey).


Het project

Tegen deze achtergrond ontstond het SOURCE TM-project. SOURCE-TM staat voor Software OUtreach and Redefinition to Colect E-data Through MOTUS. De centrale doelstelling van dit project is om tijdsgegevens op een vergelijkbare manier te verzamelen binnen Europa. Naast de Onderzoeksgroep TOR zijn daarom zowel STATBEL (het statistisch bureau van de Belgische overheid) als DESTATIS (het statistisch bureau van de Duitse overheid) betrokken. Binnen dit project zullen zij hun kennis omtrent het MOTUS-software platform uitbouwen, met een focus op de manier waarop het gedrag verzameld wordt via de MOTUS-applicatie die zowel online als offline beschikbaar is.


De uitdagingen

De grootste uitdaging voor het Europees moderniseringstraject voor de bevraging van Sociale Statistieken is om niet enkel vergelijkbaarheid na te streven maar tevens oog te hebben voor de specifieke interesses (bv. in termen van vragenlijsten of activiteiten) of wensen en bezorgdheden (bv. in termen van instroom van respondenten of lengte van de bevraging) van de individuele landen. Het softwareplatform MOTUS gaat deze uitdaging aan omdat:

  • MOTUS erop ingericht om alle onderzoekscomponenten (vragenlijsten, dagboek, context), net als de communicatie naar de respondenten kunnen worden vormgegeven binnen één programma (i.e. vergelijkbaarheid); en
  • MOTUS tevens in staat is binnen dit programma elke aan elke onderzoekscomponent unieke context elementen toe te voegen (i.e. landen-specifieke interesses/wensen).

De zoektocht naar een goede configuraties van MOTUS bestaat uit twee testfasen:

  • Het vormgeven van een prototype van een e-TUS (online tijdbestedingsonderzoek) dat beoordeeld kan worden door een grote groep wetenschappers en vertegenwoordigers binnen de Werkgroep TUS van EUROSTAT.
  • Een niet-representatieve groep van respondenten gevraagd om gedurende twee dagen (één weekdag, één weekenddag) hun tijdsregistratie bij te houden.

“Vergelijkbaarheid en maatwerk zijn twee belangrijke voorwaarden om het Europees moderniseringstraject voor de bevraging van Sociale Statistieken te doen slagen. Beide elementen liggen aan de basis van MOTUS.”

Zowel TUS als HBS zijn gebaseerd op dagboekregistratie: TUS voor tijdsbesteding, en HBS voor consumptiebestedingen. Logischerwijze volgde vanuit STATBEL en DESTATIS de vraag wat het vergt om MOTUS ook voor HBS-doeleinden te gebruiken. Aangezien de programmering van MOTUS dergelijke aanpassing toelaat, is deze vraag als extra onderzoekslijn ingeschreven in het project.


Het doel

Indien het project, dat start in januari 2019 en loopt tot en met februari 2020, slaagt, is het uiteindelijke doel om MOTUS als methode voor online tijdbestedingsonderzoek (e-TUS) en online huishoudbudget onderzoek (e-HBS) op te nemen in de CSPA-catalogus. CSPA staat voor Common Statistical Production Architecture en beschrijft de standaarden en principes die gelden voor de productie van nationale statistieken om zo tot beter vergelijkbare resultaten te komen.

BEHAVE: opbouw van een gedragspanel via MOTUS

Achtergrond

Online panels in de wetenschap zijn onvermijdelijk

De mening van het individu staat centraal in het beter begrijpen van de noden en gedragingen van klanten, gebruikers van diensten en medewerkers. Deze kracht van meningen wordt steeds belangrijker binnen marktonderzoek. Dankzij het internet kunnen deze meningen ook steeds sneller en goedkoper worden verzameld, waardoor online panels een onvermijdelijke factor zijn geworden in het verzamelen van deze marktgeoriënteerde data (zie ook de regulering ISO26362). Snel beschikbare en goedkope(re) data leidt ook steeds vaker tot het gebruik van online panels voor wetenschappelijke doeleinden.


Hoe betrouwbaar en valide zijn online panels?

Panelbedrijven pakken vaak uit met de omvang van hun panel en de subpopulaties die hiervan deel uitmaken. Deze twee aspecten ondersteunen hun uiteindelijke dienstverlening: het beschikbaar maken van een representatief staal van de bevolking of van de groep waarover de klant de mening wenst te kennen.

Anderzijds geven panelbedrijven slechts zeer beperkt informatie over de manier waarop panelleden worden geworven, of hoe ze toetraden tot het panel. Deze informatie is echter essentieel voor de berekening van de (non-)responsgraad en om uitspraken op bevolkings- of groepsniveau te kunnen doen. Informatie over hoe vaak panelleden worden uitgenodigd, hoeveel keer ze succesvol hebben deelgenomen en wat de kwaliteit van hun antwoorden is, ontbreekt doorgaans ook.

Een eerste voorwaarde om te komen tot betrouwbare en valide resultaten is een toevallige steekproef (bv. een trekking op het rijksregister) die de representativiteit van het panel verhoogt en statistische uitspraken over de populatie ondersteunt. Tegelijkertijd zullen alle stappen in de opbouw en beheer van het panel gedocumenteerd worden.


Internationale voorbeelden van academische panels

Europa kent een aantal voorbeelden van respondentenpanels die volgens academische principes beheerd worden, voorbeelden zijn:

  • LISS panel – Langlopende Internet Studies voor de Sociale wetenschappen – Nederland
  • GESIS panel – Leibniz-Institute für Sozialwissenschaften – Duitsland
  • ELIPSS panel – Étude Longitudinale par Internet Pour les Sciences Sociales – Frankrijk

Ook buiten Europa zijn er een aantal toonaangevende voorbeelden:

  • HILDA panel – Household, Income and Labour Dynamics in Australia – Australië
  • ALP panel – American Life Panel – Amerika
  • UAS panel – Understanding America Study – Amerika

Het valt op dat de meeste panels georiënteerd zijn op de sociale wetenschappen en op het individu. Het HILDA-panel is hierop een uitzondering door de focus te verleggen naar het huishouden en de meer economische inslag.


Het project BEHAVE

Het opzet en doelstellingen

Het project BEHAVE combineert de noodzaak voor een academisch georiënteerd respondentenpanel met een focus op het in kaart brengen van gedragspatronen over een langere periode. Gedragsgegevens zullen worden verzameld via het MOTUS softwareplatform zowel op een actieve als op een passieve wijze. Het project betrekt daarbij interdisciplinaire partners, die zich samen de volgende doelen stellen:

  • Het samenstellen van een respondentenpanel in België volgens academische principes van betrouwbaarheid en validiteit;
  • Het respondentenpanel linken aan MOTUS als beheersplatform om respondenten op te volgen en onderzoeken te coördineren;
  • De bestaande methodes van actieve registratie (via medewerking van respondent) uitbreiden met passieve registratie (via wearables, sensoren en databanken gelinkt met MOTUS);
  • Focussen op een longitudinaal, multidisciplinair en open dataverzamelingsstrategie.

Deze doelstellingen samen maakt van BE-HAVE een uniek project.


De werkwijze

Het BE-HAVE project werkt met drie soorten partner. Centraal staat een multidisciplinair wetenschapsteam aan de VUB, bestaande uit academici van de faculteit Sociale Wetenschappen & Solvay Business Schools, de faculteit Ingenieurswetenschappen, de faculteit Geneeskunde en Farmacie en de faculteit Lichamelijke opvoeding & Kinesitherapie. Daarnaast loopt er een open call voor deelname van andere wetenschapsinstellingen. Tot slot kunnen ook derde partijen deelnemen. Het betreft hier bijvoorbeeld beleidsinstellingen, middenveldorganisaties, vzw’s, ondernemingen, etc. Op dit moment hebben in totaal 23 instellingen hun interesse getoond, waaronder STATBEL (het Belgisch bureau voor de statistiek).

“De onderzoekswereld heeft nood aan een academisch panel om betrouwbare en valide meningen van mensen te kunnen vertolken. Dit geldt zowel voor wetenschappelijk als voor marktonderzoek.”

De academische principes van validiteit en betrouwbaarheid zijn prioritair bij de oprichting van BE-HAVE, net als de bewaking van de privacy van de panelleden.


Het doel: minstens 5.000 tot 10.000 panelleden

Het project heeft als doelstelling om in eerste fase via een toevallige steekproef 5.000 respondenten samen te brengen in het gedragspanel. Gedragsonderzoek vraagt een veel grotere belasting of inspanning van respondenten dan opinieonderzoek. Dit betekent dat onderzoeken met een grote omvang slechts om de paar maanden kunnen worden georganiseerd. Dit kan aangevuld worden met (andere) kleinere opdrachten. In een verdere fase van het panel wordt een doorgroei naar 10.000 respondenten beoogt. Ook kan dit op termijn toenemen wanneer meer instellingen zich aansluiten bij het project.


Meer weten?

Het project start in oktober 2018 en loopt 4 jaren. Wie meer wil weten over het project, en over de mogelijkheden om zich aan te sluiten kan contact opnemen met Joeri Minnen.