Net als andere enquêtes hebben tijdsbestedingsonderzoeken te maken met dalende responspercentages.
Tegelijkertijd worden enquêtes op papier en potlood steeds meer vervangen door online enquêtes. Zowel de dalende respons als de verschuiving naar online onderzoek zal naar verwachting een impact hebben op de representativiteit van enquêtegegevens en de vraag stellen of ze nog steeds het meest geschikte instrument zijn om een betrouwbaar beeld te krijgen van de organisatie van het dagelijkse leven. Deze bijdrage onderzoekt de representativiteit van een zelfingevulde online enquête over tijdsbesteding aan de hand van Belgische gegevens die in 2013 en 2014 werden verzameld. De opzet van de studie werd bewust gekozen om de geautomatiseerde processen te testen die de ondersteuning van de interviewer en de kostenefficiëntie ervan vervangen. We gebruiken wegingscoëfficiënten, een levenstabel en discrete-tijd overlevingsanalyses om de timing en selectiviteit van uitval beter te begrijpen, met een focus op de effecten van individuele tijdsbestedingspatronen en het enquêteontwerp.
De resultaten laten zien dat er drie grote hindernissen zijn die ervoor zorgen dat grote groepen respondenten afhaken. Deze uitval is selectief en deze selectiviteit verschilt afhankelijk van het moment van uitval.
De bijdrage beoogt een beter inzicht te geven in drop-out tijdens het veldwerk en probeert bij te dragen aan de verdere verbetering van de onderzoeksmethodologie van online tijdsbestedingsonderzoeken.